‘Die Natur in jedem Winkel der Erde is ein Abglanz des ganzen.’

 

Alexander von Humboldt 

 

In mijn dagelijkse bestaan maak ik dankbaar gebruik van talloze inspiratiebronnen. Ik ben niet snel overtuigd van mijn eigen gelijk en probeer met een vragende levenshouding verder te komen. Ik verdwaal graag met het idee dat je soms op onverwachte plekken verzeild raakt. Maar net zo vaak kom ik ook weer uit waar ik al eerder ben geweest. Hieronder een groeiend lijstje van mensen en ideeën die ik graag deel ter leering ende vermaeck.

Arne Naess

De Noorse filosoof Arne Naess muntte het begrip Deep Ecology. Zijn basisidee is dat als we milieuproblemen willen oplossen we ‘de fundamentele waarden die aan onze beschaving ten grondslag liggen moeten veranderen.’ Voor Naess is het bestaansrecht van ‘vrije natuur’, oftewel natuur met zo weinig mogelijk menselijke inmenging, een van de fundamenten van zijn denken.

Naess noemt verder een ‘brede vereenzelviging’ met die vrije natuur en andere wezens van levensbelang. Het gevoel van verbondenheid brengt een mens er eerder toe om zich in te zetten voor andere levende wezens. Naess is ook van mening dat het niet helpt om te zeggen wat wel en niet mag bij het aanpakken van de milieuproblematiek, maar dat je mensen zou moeten inspireren zichzelf te herkennen in de grootsheid van de natuur. Deze denkrichting ontwikkelde hij in de tijd van de milieucrises in de jaren tachtig van de vorig eeuw. We zijn nu veertig jaar verder en we hadden zijn ideeën wel iets serieuzer kunnen nemen.

Jan van Boeckel geeft in een In memoriam een mooie beknopte samenvatting van Arne Naess. Klik hier.

Jane Goodall

Jane Goodall werd als jonge onderzoeker van de chimpansees in Tanzania met veel scepsis en zelfs hoon bejegend door andere wetenschappers. Ze gaf haar studieobjecten namen. En dat mag niet, want antropomorfisme.

Wat me vooral inspireert aan het werk van Jane Goodall is dat ze zich bewust is van de intelligentie van andere wezens. Er is niet alleen haar fascinatie voor het wetenschappelijke onderzoek an sich, maar ook een oprechte nieuwsgierigheid naar en diep respect voor het leven van andere wezens.

Koos van Zomeren

De schrijver Koos van Zomeren inspireerde me op jonge leeftijd al om natuurbelevenissen in woorden te vatten. Op geen enkele manier wil en kan ik me meten met zijn taalkunst en ik heb mijn poging in de buurt te komen gestaakt.

Koos van Zomeren staat wat mij betreft nog steeds op eenzame hoogte, zoals hij onder meer in deze paar zinnen laat zien: ‘De dageraad valt als een startschot. Duizenden trekvogels herinneren zich hun bestemming en zetten zich in beweging. In ordeloze divisies volgen ze de dijk op Terschelling. Het is of je over de bodem van een rivier fietst die niet met water maar met vogels is gevuld.’

Theunis Piersma

Hoogleraar trekvogelecologie Theunis Piersma zei in een interview met Lex Bohlmeijer ooit, en ik parafraseer: waarom zou je naar Mars willen, als je ook talloze ruimtereizen op aarde kunt maken. Ik schreeuwde het uit naar de radio: Ja, precies. Dat! Met fascinerende onderzoeken aan rosse grutto’s en kanoeten laat hij als geen ander zien hoe de natuurlijke wereld met elkaar verbonden is. Of zoals John Muir het zo mooi zei: ‘Wanneer je aan een willekeurig eindje van de natuur trekt; kom je er achter dat de rest van de wereld er aan vast zit.’

Luister hier naar het interview van Lex Bohlmeier met Theunis Piersma.
En hier interviewt Matthijs Deen Theunis Piersma de podcastserie van het NIOZ.

Permacultuur

Het principe van de zogenaamde permacultuur is eenvoudig. Het kent drie ethische uitgangspunten:

1. De zorg voor de aarde.
2. De zorg voor de mens.
3. Het delen van overvloed.

De oorsprong ligt in het ontwerpen van een landbouwsysteem gestoeld op natuurlijke principes. Niet tegen de natuur in werken, maar met de natuur mee. Het systeem van permacultuur is echter ook toe te passen op andere zaken in ons dagelijkse leven. Oftewel, op naar een natuurinclusief leven.

Bernd Heinrich

Bern Heinrich is een eminent ecoloog die veel aan raven heeft gewerkt. Vanuit zijn buitenverblijf in Maine Woods, in het noordoosten van VS, doet hij meerdere sneeuwrijke winters onderzoek naar het groepsgedrag van raven.

Zijn avontuur heeft hij opgetekend in het prachtige boek Ravens in winter. Het boek inspireert niet alleen door de manier waarop hij naar antwoorden zoekt, ook het verblijf in een eenvoudige houten hut wakkert mijn fascinatie aan voor een kluizenaarsbestaan in het bos. Waar ik in werkelijkheid zelf waarschijnlijk dood zal gaan van de kou, maar dat terzijde.

Konstantin Paustovski

Het staat misschien wat pedant om een Russische schrijver op te voeren, maar ik kan er niet omheen. De manier waarop Konstantin Paustovksi in zijn zesdelige memoires het Russische landschap heeft beschreven is wat mij betreft ongeëvenaard. Vooral het laatste deel, Boek der omzwervingen, pak ik er telkens weer bij als ik even wil afdwalen naar een andere wereld in een andere tijd.

Daarnaast geniet ik van meer schrijvers die het landschap en de natuur als hoofdpersoon in hun boeken opvoeren, zoals Annie Proulx en Robert Macfarlane. Maar ik kan me ook uren vermaken met de kronkels van Simon Carmiggelt, de strips van Asterix en Obelix, de humor van Godfried Bomans en de sprookjes van Roald Dahl.

Tot slot verzamel ik ‘kluizenaarsboeken’, waarvan De wand van Marlen Haushofer nog steeds mijn lieveling is.

Alexander von Humboldt

Als lid van het geheime Von Humboldt-genootschap kan ik in dit rijtje met inspiratiebronnen niet om de grote Duitse wetenschapper heen. Naast zijn enorme verdienste voor het begrijpen van de natuurlijke wereld, bewonder ik zijn gave om een breed publiek enthousiast maken voor natuurwetenschappen.

Von Humboldt was ook een van de eersten die zag dat wetenschap niet zonder de kunsten kan. En ja, er zijn natuurlijk tal van andere natuurvorsers die me op het natuurspoor hebben gezet of houden: Jac. P. Thijsse, Eli Heimans, Niko en Luuk Tinbergen, Rob Bijlsma, Willem van Manen en vele anderen.

Fred Hazelhoff

In dit lijstje mag Fred Hazelhoff niet ontbreken. Met zijn boeken Natuurlijk Nederland en Dichtbij-Veraf inspireerde hij me midden jaren negentig om zelf met de camera op pad te gaan. De techniek heeft enorme sprongen vooruit gemaakt en is niet meer te vergelijken met de apparatuur van toen. Hazelhoff laat echter zien dat het vooral gaat om het oog achter de camera.

In deze tijd kijk ik graag naar het werk van de Deen Morten Hilmer en de Fransman Vincent Munier. Maar ik moet ook toegeven dat ik een haat-liefdeverhouding heb met de fotografie. Ik zie het als een middel om verhalen te vertellen, maar het slaat naar mijn mening te vaak door naar een soort van mooie-plaatjes-competitie op een bavianenrots.