Midden jaren negentig raakte ik verslingerd aan het zoeken naar diersporen. Vele jaren later kwam ik in contact met René Nauta van Extra Bushcraft die dezelfde passie heeft. In 2014 kreeg die gezamenlijke sporengekte een enorme boost toen ik samen met hem voor het eerst deelnam aan een zogenaamde CyberTracker Evaluation (eval). Een soort van sporenexamen waarbij je in het veld tijdens twee, vaak volle dagen tussen de vijftig en zestig vragen krijgt voorgeschoteld. Van wie is deze prent? Welke voet is dit? Wat is hier gebeurd? CyberTracker is een wat futuristische naam voor een breed erkend evaluatiesysteem, ontwikkeld in zuidelijk Afrika door Louis Liebenberg, dat je kennisniveau van diersporen toetst.

Stofbad van een haas, de eerste vraag op de CyberTracker Eval in 2014, Zwolle.

In het begin van die eval was ik nogal sceptisch want er waren twee Amerikanen door René ingevlogen die de test zouden afnemen. Ik dacht, lekker arrogant, wat kunnen die gasten mij nu nog leren over sporen in Nederland? Oké, vraag 1. ‘What is this Oldrik?’ Euh, die vage vlek in het zand bedoel je? ‘Yes!’Euh, ik had eerlijk gezegd geen flauw idee. Ja, er stond een vage prent van een vos in de cirkel die ze om de plek hadden getrokken. Had er een vos gezeten? … Het bleek een stofbad van een haas. Casey McFarland, een van de evaluators, lichtte het toe. Toen ik beter keek, zag ik zelfs de afdruk van het loopbeen van de haas in het zand. WoW!

Apetrots

Met aan elke oor een zweetdruppel ging ik verder. Uiteindelijk scoorde ik op deze eval 95% wat goed was voor een zogenaamde level III. Apetrots en totaal uitgewoond reed ik naar huis. Een jaar later deed ik weer mee, vol zelfvertrouwen dat ik nu wel het echte Specialist-level zou halen. Maar de score aan het eind was nogal ontnuchterend: 93%. Acht jaar later, afgelopen weekend om precies te zijn, deed ik weer een poging voor ‘mijn Specialist’. In de Duitse Lausitz-regio deze keer. Mijn verwachtingen waren hoog gespannen, maar het resultaat was vrij treurig als je het puur cijfermatig bekijkt: 86 %, oftewel Level II.

Twee andere deelnemers aan de CT-eval in de Lausitz studeren op de prent van een Amerikaanse nerts (links) en een heel lastige ree (rechts). Lausitz, 2022.

Is dat nou zo belangrijk, dat geneuzel over percentages en levels? Niet per se. Het gaat natuurlijk vooral over wat er achter die cijfertjes zit. Wat betekent het? Wat zegt het? Eigenlijk is een CyberTracker eval een soort van stoomcursus. Tijdens zo’n eval kun je niet weglopen van een lastig spoor, je moet het uitpuzzelen en tot een antwoord komen. Daarna wordt de oplossing met de groep besproken en is er ruimte voor discussie. En in bijna alle gevallen denk je bij een verkeerde oplossing: shit, nu zie ik het ook. Soms ben je het niet eens met de evaluators en is er alle ruimte voor discussie, voor het uitwisselen van kennis. Heerlijk al die vallende kwartjes. Je voelt bijna letterlijk dat er draadjes in je hersenen met elkaar verbonden worden. Bij een ‘gewone’ excursie of workshop is dat toch anders. Omdat je niet zo intensief op die ene puzzel hebt gestudeerd, beklijft het minder goed.

Schatkist aan verhalen

Tijdens de eval in de Lausitz kwam ik er achter, zoals ook die eerdere keren, wat ik nog niet weet. Waar ik moet fijn slijpen. Waar ik verder op moet studeren. Ondertussen wordt mijn schatkist aan verhalen over wat dieren doen meer en meer gevuld. Door de sporen te lezen, kruip ik steeds dichter op de huid van al die prachtige wezens met wie ik deze aardkloot deel. Dat ik mijn uiterste best moet doen om uit te vogelen wie mij voorging op die specifieke plek, wat hij daar deed en door te bedenken waar hij nu is, geeft me een groot gevoel van verbondenheid.

Een vos heeft het nest van een veldmuis uitgegraven. Hij wist precies waar de nestkamer zat. De ingang zat veertig centimeter naar links. Lausitz, 2022.

Als ik die opgedane kennis weer deel met anderen, zie ik zonder uitzondering bij mensen ook een andere wereld opengaan. Verwondering alom over wat je allemaal kunt zien en leren over dieren die je niet live hebt gezien. Sporenlezen is zo’n krachtig middel om mensen op een diepere manier in contact te brengen met de natuur.

Egelnest

Een CyberTracker eval voegt daar nog weer een laagje aan toe. Ik kon me bijvoorbeeld gewoon niet voorstellen dat er steenuilen leven in nogal desolate bruinkoolgroeves in de Lausitz. Maar de braakballetjes die er lagen, spraken voor zich. En toen evaluator Joscha Grolms mijn ongeloof zag, vertelde hij hoe hij de steenuiltjes op die plek had zien jagen op de veldmuizen, waarvan ik ook al niet had verwacht dat zij in zo’n zandlandschap zouden leven. Maar ook hún sporen spraken voor zich. Sporen liegen niet.

Egelnest van bladeren in de tuin van René. Vledder, 2022. (foto René Nauta)

Inmiddels ben ik al jaren bevriend met René, schreven we samen Het Prentenboek en zag ik hoe hij mij in de afgelopen jaren qua kennis van sporen ver voorbij streefde. Hij is inmiddels, na een intensieve trainingsperiode, doorgegroeid tot CT-specialist en -evaluator. In Nederland, België en Frankrijk organiseert hij standaard-evals en helpt hij op zijn beurt nieuwkomers om in twee dagen tijd ook een enorme stap voorwaarts in hun diersporenkennis te zetten.

En we hebben bijna dagelijks contact over alles wat ons verwondert in de natuur om ons heen, zoals het prachtige egelnest dat hij vond in zijn tuin. Een hoop bij elkaar geharkte bladeren met daaronder een kurkdroge ruimte. Zo simpel en zo ontzettend mooi!